|
Peter Jansen (1956)
studeerde natuurkunde en filosofie. Gedurende een aantal jaren
was
hij begeleider tijdens survival- en kanotochten.
Hierna wijdde hij
zich volledig aan de beeldende kunst.
De mens vormt in zijn beelden het centrale motief. Meer dan om de
menselijke vorm,
lijkt het in zijn werk te gaan om de energetische
ruimte.
De beelden zijn ontstaan vanuit zijn idee over transpositie,
beweging en energie-circulaties.
Herhaling en variatie, verenigd
in zijn sculpturen zorgen voor een uitgekiende balans.
Ze vormen
een nieuwe open ruimte, bijna zonder materie of zwaarte.
De bronzen beelden van Peter Jansen wekken in eerste instantie de
indruk dat ze uit
metaalplaat zijn gesneden. Het tegendeel is het
geval, ze zijn gegoten van brons,
volgens de methode “bois perdu”.
De kunstenaar werkt zijn idee uit in zijn hoofd en maakt
vervolgens direct op hout zijn werktekening.
Dan worden deze
‘tekeningen’ uitgezaagd en samengesteld tot een ruimtelijke vorm.
Vervolgens monteert hij gietkanalen en ontluchtingskanalen van was
aan het houten beeld. Dit geheel wordt ingevormd in een blok van
gips en gravel. Het blok gaat twee dagen in een keramische oven en
het houten beeld binnenin verbrandt. Er is nu een blok met een
holle vorm ontstaan. In deze mal wordt het brons gegoten. Na het
afkoelen wordt het gips weggehakt, “schatgraven” zoals de
kunstenaar het noemt. Het ruwe bronzen beeld komt vrij. Nu begint
een tijdrovende ambachtelijke klus, het afslijpen, frezen, lassen
en schuren. De zorg waarmee de beeldhouwer zijn bronzen afwerkt
getuigd van een enorm vakmanschap. De laatste stap is het
patineren. Tijdens het aanbrengen van verschillende zuren, wordt
het beeld met een brander verhit, zodat er een mooie b.v. groene
of blauwe patina ontstaat.
|
|
|